Politiek dakloos zijn, is de norm
Over de hopeloos verouderde, irrelevante politieke partijen in België
Wanneer je even rondvraagt, hoor je vaak dezelfde zin herhalen bij mensen “ik ben politiek dakloos’ of een variant als “ik weet echt niet meer op wie dat ik moet stemmen, vorige keer heb ik op **** gestemd, maar dat doe ik nooit meer”.
Meer en meer hoor ik mensen ook zeggen dat ze “niet gaan stemmen”.
Mensen zijn echte niet radeloos puur omdat onze politici zo’n slecht imago hebben. (Urineren tegen politiewagens, gevat worden met koffers vol zwart geld, fraude, corruptie, louche zaken, het voortrekken van vrienden en familie, domme maatregelen nemen, racistische uitspraken, het uitverkopen van hun streek…)
Ze zijn evenmin nog kwaad (eerder gelaten) over het werk dat de politici niet naar behoren uitvoeren (wetten maken). De frustratie gaat eerder vaker en vaker over het gevoel van niet vertegenwoordigd worden.
Da’s een rechtstreeks gevolg van te grote partijen die over àlles een mening moeten vormen (dank u media) en het ontbreken van performante one-issue partijen.
Komt daar nog de partij-doctrine bij, die de macht van de verkozenen verder uitholde. Waardoor zelfs mensen waar je op stemt omdat je ze ècht verkiest als JOUW vertegenwoordiger (en waar je het ook meestal echt mee eens bent over de meeste standpunten) uiteindelijk toch in het parlement of op lokaal niveau moet doen wat de partijleiding hem of haar opdroeg. De politici zelf zijn dus allemaal handpoppen zonder veel inspraak. Laat staan dat ze echt hun kiezers zouden dienen en vertegenwoordigen.
Omdat de structuren zèlf, de politieke partijen op zich, al meerdere decennia de lading niet meer dekken. Ze weten dat maar al te goed al blijven ze hetzelfde doelpubliek dienen. Een doelpubliek dat kleiner en kleiner wordt in aantal en waarvan de relevantie al lang zoek is.
Kiesstelsel
De onderliggende structuren van ons kiesstelsel zijn op zich in België een waar kunstwerk vind ik. Het zit ingenieus in elkaar en werd bedacht in een tijd waar men een land met verschillende taalgemeenschappen en een culturele samenhang, toch politiek bestuurbaar wilde krijgen en houden.
Dit is ook aardig gelukt tot op een bepaalde hoogte, ook wanneer er vooral nationalistische partijen zijn die u het tegendeel willen laten geloven terwijl ze met een tamboerijnpakje aan in een middeleeuws schouwspel meespelen met geringe historische grond.
Het probleem zit niet meer in het kiesstelsel op zich, maar in de wiskundige formules er achter.
De zetels verdelen op de huidige manier, maakt dat politici al van bij de lijstvorming quasi zeker zijn van hun plek.
Wanneer je uitgerangeerde politicus ABC wil gaan verkozen “maken”, zet hem dan in een dichtbevolkte regio op plaats nummer 4 tot 7 , en de overslag en doorstroom van de extra stemmen van het kopstuk, zorgen er voor dat ABC wel een zitje krijgt, en weer zes jaar zeker is van een riante verloning en dito plekjes in allerlei raden, commissies en schnabbel-posities.
De mensen zien dit wel, maar kunnen er tegelijk zich enkel maar bij neerleggen.
Wanneer die persoon ABC helemaal opgebruikt is, en te oud om nog geloofwaardig op die positie te zitten (of plaats maakt voor de zoon of dochter die op dat moment frisser overkomt) dan gaan deze mensen doorschuiven naar de vuilbak van de politie; de Europese instanties. Waar ze vervolgens op random knopjes mogen gaan duwen om hun zelfde broodheren te blijven dienen.
Er zijn er die dat al meer dan 20 jaar volhouden, en steenrijk zijn geworden zonder ooit 1 wet te schrijven of één kritische vraag te stellen.
Voor politieker partijen is het dan ook zeer moeilijk om zich aan te passen in een maatschappij waar de virtuele kiezer een GGD is (grootste gemene deler) van een allegaartje aan theoretische eigenschappen. De marketing daaromheen is
De zuilen zijn al lang niks meer waard. Er zijn nauwelijks nog mensen te vinden die zowel hun katholieke krant trouw zijn, bij de katholieke mutualiteit zitten en een lidkaart hebben van de katholieke vakbond en dan vervolgens ook op een katholieke partij stemmen. Het is geen 1962 meer.
De frustraties met het huidige politieke landschap in België is daarom vrij groot. En die frustratie deel ik ook zelf aangezien de grootste hiaten in onze samenleving en de organisatie van onze maatschappij niet echt meer aangepakt worden.
Steeds meer mensen, waaronder ikzelf, voelen zich niet langer vertegenwoordigd door de traditionele partijen. De ideologische hokjes, geënt op 19e -eeuwse ideeën, lijken te verouderd om de complexe realiteit van vandaag te vatten.
De coronacrisis heeft dit gevoel alleen maar versterkt, de wereld veranderde verder, mensen ontdekten veel uit zichzelf terwijl de politiek bleef hangen in denkbeelden uit lang vervlogen tijden.
De genomen beslissingen, vaak met verregaande gevolgen voor onze vrijheid en welzijn, leken te komen van een onzichtbare elite, ver van de gewone mensen af. Ook politici zelf merkten dit vaak op, maar gaven hun “job” niet op. Ze bleven van hun oude posities profiteren en groeven zich verder in.
De voorstellen voor financiële hervormingen, invoering van een totale control-coin (de “digitale euro” / het #antiGeld ) kan hier als mooi voorbeeld dienen.
1860
De meeste partijen zijn ontsproten uit oude 19de-eeuwse ideeën over samenleving en de focus op historische "landen". Dit principe is dankzij het internet en computertijdperk niet echt relevant meer, zeker niet wanneer een economische globalisatie door onze collectieve strot werd geramd en je daarenboven wereldwijd allemaal van elkaar begint af te hangen op gebied van grondstoffen en waarde.
Toch hebben we, na meer dan honderd tot 150 jaar, nog steeds “die oude beelden” die men krampachtig wil laten blijven gelden voor de huidige kiezers.
Den werkmensch van weleer, die met z’n werkmansboekje bij de fabriek ging werken tot hij dood viel, is in geen enkel opzicht te vergelijken met de blitse jonge dertiger die in z’n firmawagen naar een zoveelste vergadering rijdt. Toch blijven partijen al deze beelden gebruiken en de ideologieën promoten die ontsproten zijn uit het brein van iets beter belezen mensen in een of andere herberg in 1860. Is het niet tijd, kan je je afvragen om links, rechts, rood, blauw, groen, … op de schop te gooien?
We hebben na al die decennia nog steeds communisten, socialisten, liberalen, nationalisten, fascisten, ecologisten en zo meer.
Al deze versies bestaan enkel op papier, in hun glimmende folders en potsierlijke websites.
Ze bestaan als ideologie nog wel, puur in theorie, maar dekken de lading niet meer.
De socialistisch stemmende arbeider uit de jaren 1970, bestaat niet meer, de kleine zelfstandige die liberalisme voor staat, heeft geen partij meer die hem of haar echt steunt, de ecologische persoon die in zit met het behoud van de natuur is evenmin nog in staat een stem te krijgen. Alles is een allegaartje van marketing en onnozele oneliners geworden.
De partijen steunen deze mensen ook nergens, wanneer je kijkt naar welke wetten en echte real-life effecten de “burgers” op hun bord krijgen.
Die "gewone man" waarover politici zich zo graag ontfermen in hun campagnes, werd nochtans afgelopen decennia door hen gereduceerd tot een statistisch gegeven, een cijfer, een stem in de marge en vooral een theoretisch doelpubliek dat eigenlijk niet bestaat.
“de burger” “de mensen” “matekes” “kameraden” “de hardwerkende Vlaming…”
Het bestaat allemaal enkel in een marketing verhaaltje dat bedacht werd door mensen die weinig gevoel hebben en een politieke partij moeten neerzetten als een product dat verkocht moet worden met een troebel doel en nul relevantie.
De realiteit is echter dat ze nauwelijks nog mensen echt vertegenwoordigen. De illusie is compleet, wanneer je deze politici bezig hoort over maatregelen of besparingen waarbij ze meer en meer blijk geven om totaal niet meer te weten over wie ze het nu eigenlijk hebben.
Dat speelt ook echt geen rol meer voor hen (op die paar campagne-weken na).
Daarna komen de zetels en de cijfers weer boven. Daarna spelen ze verder hun verdeelcentrum voor opgehaalde taksen.
Want daar, beste “kameraden”, draait het echt om; het systeem dat ooit politiek bedreef en de maatschappij stuurde, is nu gewoon een bende geworden die de vetpotten onderling verdelen en nèt genoeg naar de rest van ons gooien om ons iets terug te geven. Veel is dat niet.
Mensen gaan dan wel stemmen komende verkiezingen, maar ze kiezen voor mensen die vaak op televisie komen of "goed klinken".
Niemand met wie je spreekt voelt zich nog echt vertegenwoordigd, aangezien de macht niet bij de verkozenen zit die op die dure zetels plaatsnemen, maar hooguit bij de vijftal partijleiders die dan op hun beurt de deals maken en de vetpotten verdelen.
Ze verkopen ons verder uit aan hun eigen bejaardentehuis vol ouderlingen, afdankertjes of “in opspraak gekomen” politici op de EU-levels.
De lokale nationale deals gaan vervolgens na de verkiezingen verder uitgewerkt worden in een regeerakkoord, waar dan maar een heel klein percentage van de mensen (op journalisten van De Standaard na) zich in kunnen vinden.
Fata Morgana
Iedereen is op deze manier "een minderheid" die wordt weggezet zogenaamd.
En de wetten en regeling gaan altijd voor de virtuele "gezinnen" die als een fata morgana zijn geworden in een maatschappij waar iedereen in een fiat-schuldenberg weg zinkt en meestal single is of geen enkel debat te horen krijgt waar ze vertegenwoordigd worden.
Laat ons trouwens even overlopen wie er zich tegenwoordig allemaal niet langer vertegenwoordigd voelt:
Horeca-uitbaters, onderwijzers, cipiers, mensen die het openbaar vervoer nemen ieder dag, mensen die het openbaar vervoer nooit nemen, politie-agenten, singles, mensen zonder kinderen, mensen die full-time werken, landbouwers, kunstenaars, mensen die ons onderwijs kwaliteitsvol willen zien, bitcoiners, anarchisten, mensen die lagere belastingen willen, mensen die niet willen meebetalen voor de "subsidies" van anderen, foorkramers, marktkramers, tegenstanders van de CBDC (digitale euro), echte ecologisten, mensen met een beperking, libertijnen, … enzovoorts
De vraag is eerder wie er zich nog wel echt vertegenwoordigd voelt?
Wie?
Die fata morgana gezinnen? Die mensen die enkel bestaan in de folders van de grote politieke partijen?
Misschien die minderheid van gezinnen die in overstromingsgebied wonen en ’s avonds naar VTM kijken, 200.000 euro op de spaarrekening hebben staan, in een lelijke Spaanse-stijl villa wonen die ze dankzij de ouders of grootouders hebben kunnen “betalen” en twee bedrijfswagens voor de deur hebben staan (eentje onder een car-port want er zou eens een hagelbol op de auto kunnen vallen anders en da’s slecht voor de franchise van hun over-verzekerd leven), veelvuldig Facebook foto’s plaatsen van hun twee schattige kinderen (namen: Olivia en Liam) -die ze eigenlijk regelmatig verwensen- en hun “corona-puppy” die ze uit verveling kochten in 2021 genaamd Luna?
En die dan discussies hebben over of ze nu op een Vlààmse partij X Y of Z gaan stemmen, en vooral zich laten leiden door wat ze in nutteloze duiding te verwerken krijgen op TV, of in de flutboekjes die mevrouw bij de kapper leest terwijl ze haar permanent laat zetten?
Of,… gaan we misschien eens kijken naar hoe mensen echt leven?
Er is veel werk aan de winkel voor de echte politici.
Ik zie het echter niet gebeuren.
Intussen blijven ze de fata morgana gezinnen dienen… waardoor de maatschappij meer en meer vervreemd van de politiek, wetgeving en uiteindelijk de samenhang weg zal vallen.
De vraag is welk soort regime we hierna gaan krijgen. Wanneer de luchtspiegeling enkel een hoop zand bleek te zijn.