Anonimiteit moet in de eindtermen op school
De voorbije jaren werd het gebruik van anonieme identiteiten online, vooral scheef bekeken door vele mensen. Anonimiteit is, aan een herwaardering toe en is vitaal voor een gezonde samenleving.
Anonimiteit is niet zomaar een term. Het is voor mij een nuttig middel, een recht en tegelijk een manier om als maatschappij verder, sneller en meer kwalitatief vooruit te komen, mits de juiste educatie.
In dit langere stuk, wil ik een pleidooi houden om anonimiteit in ons onderwijs aan bod te laten komen op een positieve manier, en het zelfs in de eindtermen te plaatsen.
Lukt dit niet, zouden ouders zich ook beter verdiepen in het zelf onderwijzen van hun kinderen in anonimiteit.
Want in een globale surveillance maatschappij, zal dat van levensbelang zijn later.
Voor ik start met m’n stuk zelf, even iets verduidelijken : “anonieme accounts” op twitter bij voorbeeld, zijn geen posterboys/girls voor anonimiteit die ik bespreek hier. Integendeel, ze zijn een clownesk randfenomeen. Ze zijn eigenlijk ook niet eens anoniem. Het debat zou veel breder moeten gaan. Anonimiteit behelst zo veel meer dan wat een troep dronken gespuis online “hun meining is ne kier te gon zegge se”, en daarna verdwijnen in dezelfde modderpoel die ze van elk sociaal netwerk maken.
Da’s oppervlakkige fake aandachtstrekkerij, meer niet.
Probleemstelling 1:
Anonimiteit is dus veel meer dan de zoveelste zatte nonkel die zich op twitter de naam “Willy5645435” of “Rudolf5452200” aanmeet en vervolgens in schabouwelijk slechte zinsconstructies, plat racisme en laag bij de grondse verwensingen in’t rond ligt te spuien naar om het even wie het wil (en kan) lezen.
Deze mensen hebben meestal zulke klein wereldje om zich heen (de keuken en hun car-port:) dat ze van een kanaal waar ze 20 volgers hebben bij elkaar gesprokkeld gebruik moeten maken om hun zielige mening te laten kennen.
Die meningen hebben meestel ook niet echt iets met het onderwerp van de discussie te maken, ze praten wat politici na die ze kennen van uit hun zielige Facebook groepen, of herhalen als papegaaien wat ze op TV hebben gezien, met een schepje volkse woede er bovenop.
Deze mini-Dolfjes hebben meestal ook 25 uur TV-gapen per week achter de kiezen, wat hun gebrainwashte toestand week na week versterkt. Eigenlijk zouden ze daar een ziektebriefje voor moeten krijgen, in plaats van aandacht in de lokale media. Maar helaas, sommigen geraken zelfs verkozen, door andere soortgenoten met stemrecht.
Dit soort volk heeft meestal niet de kennis, noch energie, om enige anonimiteit te proberen bereiken en daar iets nuttigs mee aan te vangen. Het ontbreekt hen aan educatie.
Hun echte naam mag dan wel verschuild worden achter een avatar en naar een historische figuur hunkerende nep naam, hun echte IP address, meta-data, platform, OS, app, activiteit alsook alle cookies, schermresolutie en browserversie en andere info die bewaard bleef op het moment waarop ze hun zatte nonkel-account aanmaakten is veelal slechts één aanvraag verwijderd van ontmaskering door eender wie die hun echte naam en address wil weten.
Om nog te zwijgen van de mensen die hun eigen identiteit te grabbel gooien door allerlei stommiteiten, zoals het posten van foto’s van hun nieuwe auto met een sticker van hun bedrijf op de achterruit online zwieren, na een scheldpartij over “al die vremdelinge” of whatever er die week “in” is om op te kappen.
Dit soort low-level mensen gebruiken deze fake oppervlakkige “anonimiteit” niet voor goede doeleinden, zijn eigenlijk ook niet echt anoniem en hebben de kunst nooit begrepen die bij het opbouwen van een reputatie hoort.
Goede anonimiteit is zeldzaam
Anonimiteit en je eigen privacy serieus nemen, heeft meer te maken met jezelf indekken, beschermen, maar ook je inhoud en prestaties los koppelen van de persoon er achter. Het koppelt je vaak ook los van egotripperij.
Net als vrouwelijke auteurs die in het Engeland van de 19de eeuw. Deze mensen gingen onder mannelijk klinkend pseudoniem schrijven teneinde au serieux te worden genomen voor de inhoud die ze neerschreven, in plaats van meteen afgerekend te worden op hun geslacht, zoals gebruikelijk was in de maatschappij van toen.
De zatte-nonkel-anoniempjes hebben zulke noden niet echt. Hun reputatie overstijgt nooit het hol na-gepapegaai van hun helden of het provoceren en pogingen tot shockeren. Da’s dus meer om zichzelf even aan’t lachen te brengen, goed te laten voelen, dan wat anders. (Tenzij je de betaalde accounts en leden van grouperingen meerekent, dan komt daar nog een groepsgevoel bij kijken, waar ze “credibiliteit” opbouwen binnen hun clubjes.
Daar het opbod al zo ver gevorderd is, dat zelfs de welbekende Duitse dictator die ik hier niet bij naam ga noemen, moest hij momenteel terugkeren en een twitter account aanmaken (AHBerlin45331) , nog erg veel moeite zou hebben om tussen al deze zatlappen, losers, posers, bejaarde Antwerpse taxichauffeurs, fantasten en gefrustreerden, z’n retoriek nog te kunnen slijten.
Daar hebben ze in Duitsland ooit een mild-humoristische film over gemaakt.
Al vind ik Mike Judge’s “Idiocracy” nog steeds beter passen om het eindresultaat van dit nihilistische opbod te bekijken. We zijn er niet ver af meer trouwens.
Privacy is an inherent human right, and a requirement for maintaining the human condition with dignity and respect.
Bruce Schneier - Author of the Twofish encryption algorithm
Nuttige versus onnuttige anonimiteit
bron: https://www.eff.org/deeplinks/2012/01/right-anonymity-matter-privacy
Anonimiteit wordt, zoals zo veel zaken tegenwoordig meteen in het verdomhoekje geduwd, mede dankzij deze vele zatte nonkels natuurlijk.
Het systematisch neerkijken op anonieme accounts, zegt ook iets over de capaciteit van lezers/kijkers/gebruiker van sociale media om nog inhoud te erkennen, lezen en er de tijd voor nemen.
De lawine aan gelul, zever, herhalen en troep, is zo overweldigend, dat de enige houvast de “bekende namen” te lijken worden.
Deze rotsen in de branding zijn echter in een heel ander bedje ziek, ze zeggen namelijk allemaal hetzelfde, net om goedgekeurd te worden, net om “een naampje” te zijn, net om de herkenbare specialist of go-to posterboy/girl te zijn van welk onderwerp dan ook.
In’t begin is dat meestal nog vrij echt en organisch ontstaan, maar het verzand zeer snel tot een marketing verhaaltje, waar deze ego’s dan hun broodwinning van maken.
In sommige gevallen gaat het nog een stap verder, en gaan ze in zichzelf geloven als “de” naam in die categorie.
Vul zelf maar in: de man van de privacy (I still like you:), de vrouw voor de luchtige kijk op twitter grappen, de beursspecialist, de go-to TV-kok, de go-to “onafhankelijke” Amerika-kenner, of de al even onafhankelijke specialist in virologie, economie, migratie, … sommigen zijn zelfs zo ver gevorderd dat ze de naam zijn voor om-het-even-wat, … maar daar ga ik even niet op in, da’s next-level.
De ego’s die zo ontstaan maken een groteske indruk na een tijd.
Ze zijn een façade, masker, hun rolletje, waar ze in zijn getuind,… en waar ze net als een pro-worstelaar, hun pakje en attributen meenemen naar de ring, om dan hun one-liner te roepen naar het publiek waar ze achteraf handtekeningen aan uitdelen.
Ze zijn gekend, hun naam is onlosmakelijk verboden met hun “gimmick”, hun truukje, hun ding. Of dat nu beursspecialist, of kenner van de Oostkantons is… het blijft hun ding. De betrouwbare naam, al weet de persoon in kwestie er niet echt veel over.
Deze “gekende mensen”, die met naam en toenaam in allerlei artikels verschijnen en vaak als expert worden opgevoerd, mogen dan wel niet anoniem zijn om meer vertrouwen op te wekken bij het publiek. Hun achtergrond (en dus agenda) wordt vaak onvoldoende toegelicht. Het publiek wordt getrained, opgevoed om anonieme bronnen zelfs niet te lezen of te bekijken. Net zoals ze worden opgevoed met het idee dat je slechte mensen kan herkennen aan hun zwarte hoed of jas, … zoals in de soap series die ze elke dag bekijken.
Zulke bekende ego’tjes worden naar voren geschoven als specialist (of ze nemen zelf die positie aan) terwijl er geen weerwoord komt. Hoe kan het ook, de journalist dient enkel nog om een aanspreekpunt te zijn, het veilige, geloofwaardige anker dat iemand aan het woord laat, ook wanneer deze niet echt veel weet over het onderwerp. (Zo zijn er “blockchain” specialisten, die geen 2 min. zouden overleven in een zaal vol echte kenners, en vervolgens met apperitiefhapjes zouden bekogeld worden op eender welke gelegenheid waar ze zich zouden vertonen. Het grote publiek slikt het echter, net zoals ze beursspecialisten aanvaarden, net zoals ze betrouwbare bronnen zien in omhooggevallen C-acteurs met een talk-show, of industriëlen die zichzelf uit de gevangenis trachten te houden door de knuffel-miljonair te spelen op TV.
Dit laat allerlei onfraais toe, zeker op een niveau waar dissidente stemmen automatisch gecriminaliseeerd worden.
De gevolgen zijn vaak geschiedsvervalsing, halve waarheden over economische maatregelen, greenwashing of zelfs het manipuleren van een hele bevolkingsgroep.
Een specialist die bekend is met naam en toenaam, wordt dan snel voorgesteld als “een kamerlid” of “een specialist economie” of “blockchain expert”, een voorstelling die vaak even fout is dan bv. M. Dutroux voorstellen als ‘specialist huisvesting’.
Alleen zou het in dat specifieke voorbeeld niet lukken, aangezien iedereen al weet dat hij een veroordeelde seriemoordenaar is. Bij mensen waar we de achtergrond niet van kennen, is het meestal de perceptie die telt. De perceptie wordt door de media ook tot realiteit verheven.
De reputatie-opbouw (ook bij niet-anonieme mensen trouwens) steunt puur op deze perceptie. Die evenzeer tot stand kan komen door mensen die zelf de propaganda rond hun ego creëren.
Het resultaat blijft echter hetzelfde; een stemmetje dat zich tracht te profileren, met naam en toenaam. Waar dus het ego eerst komt, en niet de boodschap of de inhoud. De naam, de kop die er bij hoort, is meteen een eerste alarmbel die moet af gaan: doet deze persoon het voor z’n lobby-groep, of voor z’n eigen ego?
Want velen kunnen er absoluut niet tegen dat een goed idee, waardevolle informatie of een belangrijk nieuwtje NIET aan hun kop, hun naam is verboden.
Ze zouden als de dood zijn om niet te capteren om “hun” inhoud, die ze dan trots content noemen. En content-creation is natuurlijk hun doel niet, maar een middel om zichzelf op te pompen.
Mr. nobody.
Anonimiteit zou in zulke gevallen net helpen om een boodschap te verspreiden op een meer inhoud-gecentreerde manier, in plaats van je eigen branding voorop te stellen.
De mensen, het publiek, zijn het echter grotendeels afgeleerd om te geloven, na te lezen of te kijken. Ze zijn het verleerd mede door een laks schoolsysteem dat hapklare brokken slikken en eigen meningen te vormen binnen een welbepaald kader afleert en totaal ontmoedigt. De twee, maximum drie voorziene hokjes waar je best in past zijn dan al meer dan genoeg.
Later gaan ze niet zelf iets nakijken, nalezen of eens een onderwerp uitspitten. Da’s te veel werk, daar is geen tijd voor in een productieve maatschappij waar men bestelwagens die over en weer rijden “welvaart” noemt.
Wanneer je er dus geen echte naam op kleeft, is de reflex om het meteen te mijden daar bij het grote publiek. Geen wonder dus, dat de meest bekende figuren op onze Televisie, hooguit om de 15 jaar eens verwisselen, wanneer ze het overlaten aan hun volgende generatie goedgekeurde smoelen. (Sommigen moeten letterlijk doodvallen voor je ze niet meer op TV ziet).
De anonieme bron, onder pseudoniem of niet, zit echter nog steeds in dezelfde situatie dan vrouwen in het Engeland van 1850, waar je best een totaal nep persoontje verzint die er goed uit ziet, een normaal klinkende naam heeft en op die manier z’n inhoud aan de man brengt.
Een reputatie opbouwen puur op inhoud alleen is even zeldzaam geworden dan een goed door en door warme Big Mac bij McDonald’s.
Wanneer er een ego op kleeft, is’t opeens wèl ok. Ook als de inhoud alles behalve is.
Het ego op TV krijgen, is daarbij het ultieme doel ter legitimatie.
Van twitter-commentator, kan je jezelf opwerken tot know-it-all, en tenslotte tot TV figuurtje, met als ultieme einddoel meestal een zitje in het parlement of een raad van bestuur, niet de maatschappij verbeteren of informeren.
Sommigen gaan daar erg ver in, tot het installeren van een reeks professioneel studio materiaal in hun living toe, om “casual” over te komen wanneer ze het nieuwsfeit van de week becommentariëren op twitter, ter zelfbewieroking terwijl ze de ene open deur na de andere opentrappen voor hun massa-publiek met bij elkaar geharkte slimme opmerkingen van vele anderen. Remixen en jezelf in de belangstelling werken dus, en vooral terwijl men de eigen naam prominent in de verf zet. Want… branding *ksss*.
In dat opzicht moeten ze niet onderdoen voor de grote logge politieke partijen, waar ze zo graag bij zouden horen. Helaas, daarvoor hebben ze meestal ook de nodige schouderklopjes nodig van de mensen die hen als useful idiots gaan gebruiken.
Ze laten zich dus graag voor een kar spannen, terwijl er andere opties zijn: anonimiteit.
Deze anonimiteit zou hen sieren, hun boodschap terug tot de essentie brengen.
En zo komt het dat op een boek over geschiedenis “de auteur is volksvertegenwoordig” prijkt, en niet “de auteur zetelt in het Vlaams regionaal parlement voor de partij ***** ”
Ben je dan in feite, niet “anoniem” bezig? Niet vanuit technische anonimiteit (we zijn z’n kop en horen z’n stem, dus we herkennen hem) maar eerder vanuit een rolbepaling. Het ZOU anoniem moeten zijn, … je zou anoniem geschiedenis moeten brengen bij voorbeeld (zeker wanneer je een parlementslid bent). Helaas… men schrijft dit voor de propaganda, de branding, de zever… niet voor informatie verstrekking.
Je krijgt wel iemand voorgeschoteld, zoals een persoon van een lokale grootbank, die zichzelf dan ‘expert’ noemt, maar in feite gewoon vooral consultant is voor deze grootbank en tegelijk ook fake studies de wereld in stuurt over het onderwerp, die achteraf door echte experten volledig gefileerd worden en gedebunked. Maar ook dat ziet het grote publiek niet, omdat die kritiek meestal door de niet-TV-figuurtjes gebracht wordt. Men gaat cureren, orchestreren en poortwachter spelen over de informatie die u krijgt. En deze poortwachters moeten altijd namen hebben, en een al dan niet sympathiek kopje.
Het gebrek aan credibiliteit vormt in deze een laag van anonimiteit, naar de kijkers toe. Men weet dat nog geen 1% van de TV-kijkers de personen die worden opgevoerd gaat opzoeken of enig kritisch onderzoek naar hun werk gaat bekijken.
De Tv kijker is daar in theorie althans toch niet toe in staat. Energie en tijdsgebrek zijn daar de boosdoeners. Vandaar dat TV kijkers de ideale doelgroep blijven. Nog te talrijk en te makkelijk te manipuleren, daar in de zetel in het bejaardentehuis, of de TV die hele dag om staat in de met IKEA meubelen volgeplaatste living waar een hond ligt te stinken in z’n mand. (ja kijk maar).
Een anonieme bron, die omwille van allerlei redenen de drang om een personen-cultus op te bouwen niet heeft, in tegenstelling tot onze politici, wordt dan scheef bekeken wanneer deze zich in het debat probeert te mengen.
Meer nog, de anonieme bron kan niet eens een publiek bereiken, aangezien dat publiek getrained is om ze te negeren. Net zoals ze wantrouwig doen tegen eender wat nieuw is, of niet conform hun TV visies is.
Deze bronnen worden dan oneerbiedig in dezelfde vuilnisbelt gesmeten dan de Rudolf45643545 losers met hun jaren’70 kapsel en de foto van hun nieuw aangekochte koersfiets als avatar. Ze worden evenzeer “afval”.
De inhoud telt niet meer mee bij anonieme accounts. Omdat dezelfde media die nep-experten, greenwashers, PR-mensen en lobbyisten opvoert met naam en toenaam, er een sport van maken om anonieme bronnen in discretie te brengen. Desnoods halen ze er twitter figuren bij om de boel wat meer modern te doen overkomen, maar dan nog, hunkeren ze allemaal naar de naambekendheid, gekoppeld aan hun zogenaamde inhoud.
Per definitie, is voor hen een anonieme bron niets meer waard.
En da’s nu net de kern van wat er fout zit nu: anonieme bronnen miskennen, staat gelijk met inhoud niet meer willen zien of lezen. En akkoord, goede inhoud, blijft goede inhoud of het nu door bekende of onbekende mensen wordt geschreven.
De goede inhoud van niet bekende mensen of anonieme bronnen, wordt echter actief doodgemaakt, gestolen of vervormd.
Deze vervorming treft ook de bekendere namen uiteraard, al kunnen die zich niet verdedigen, aangezien hun ego, hun “branding” er van af hangt.
Wie de specialist wil zijn over een bepaald onderwerp, kan maar beter niet te tegendraads zijn, op enkele uitzonderingen niet te na gesproken. (er zijn er gelukkig nog).
Het brede publiek moet intussen de gekende namen en hun uitleg maar slikken, ook wanneer er nooit, maar dan ook nooit over bepaalde onderwerpen een tegenpool aan het woord mag of kan komen.
De anonieme bronnen hebben er meestal ook alle baat bij om anoniem te blijven in zulke wereld, zeker wanneer ze de egotripperay niet echt mee willen maken (pun intended).
Een voorbeeld: een niet nader te noemen werkloze, hield jarenlang een dagboek bij over hoe een organisatie als VDAB hem en anderen behandelde. Nochtans kan zulke persoon dat allemaal niet “live” en onder naam en toenaam doen gezien de inhoud en de consequenties van wat er gezegd werd. Een klokkenluider in een grote vervuilende firma, of een corrupte overheidsadministratie zal hetzelfde meemaken.
Is het daarom minder waard? Ook wanneer de geschreven stukken over z’n belevenissen werden bijgetreden door tientallen, intussen honderden mensen, die allemaal bevestigden dat het klopte?
Neen; het is voor de media niets waard. Wanneer ze iets willen meedelen over deze organisatie, nemen ze de officiële woordvoerder er even bij, en mag deze voor de camera de nodige PR-blabla komen voorlezen. Moest er een ‘tegenpool’ groep zijn, met ook een officiele “kop”, dan mogen die, mits goedkeuring misschien ook hun ding komen vertellen, al komt het meestal niet eens zo ver.
Je hoort één verhaal, één versie of visie, en dan hooguit een kleine kanttekening.
Een tegen woord? Dat komt er niet,… tenzij er eens een journalist toch een mini-reportage over wil dragen, na goedkeuring van de hoofdredactie en de eventuele politieke steun.
Herwaarderen
Het herwaarderen van anonimiteit is denk ik, enorm belangrijk voor de toekomstige generaties. Da’s dus een taak die weggelegd is voor ouders van nu en ons onderwijs. Ook ter persoonlijke bescherming en om vooruitgang te kunnen maken op een onbaatzuchtige manier.
Of het nu gaat over een zonder toelating genomen en publiek gezette foto, of het publiceren van “te veel” gegevens over mensen via allerlei databanken die open staan voor een overheidsbedrijf, onze privacy en anonimiteit is onder continue aanval.
Mensen hebben er echter weinig wapens tegen, omdat de kennis grotendeels onbreekt.
Dat herwaarderen van anonimiteit is niet alleen meer nobel (zonder egotripperij) te noemen, het is ook vaak bevrijdend!
Om informatie meer laagdrempelig maken en allerlei bronnen te democratiseren is het zeer belangrijk.
Het delen van informatie en het verstrekken van hulp aan elkaar wordt op deze manier bemoeilijkt, wanneer alle goedgekeurde bronnen het bijna alleenrecht hebben bij het op schaal aanbieden van informatie.
Anonieme bronnen, die veel en degelijk werk leveren in de zaken die ze delen met de wereld, kunnen met een minimale druk verder werken net dankzij hun anonieme status. Ze kunnen doorwerken, zijn niet geplaagd door media-spektakel en hoeven niet per sé te scoren.
Ze moeten geen sponsors, politieke vrienden of geldschieters tevreden houden, ze kunnen zonder zich zorgen te maken over branding, marketing, imago, veiligheid, kritiek op hun uiterlijk of afkomst doorwerken met u informeren; tegelijk kunnen ze hun normale leven gewoon verder leiden en meestal hun nuttige info blijven verzamelen.
Hun kapper, collega, familieleden of buren hoeven niet per sé te weten wat “X” zoal uitspook wanneer hij of zij een talent ontplooit of een dienst levert aan heel de maatschappij. Maar ze kunnen wel zonder extra stappen meegenieten van de informatie of vermaak dat wordt aangeboden.
Dat herwaarderen van anonimiteit, kan enkel maar wanneer ook kranten (en journalisten die hun macht niet willen misbruiken) het serieus nemen, het een kans geven en tegelijk aan een zekere standaard gaan houden.
Het publiek, kan zulke anonimiteit ook leren waarderen, door bij voorbeeld WEL op zoek te gaan naar de echte meerwaarde. Wanneer iemand een nuttig stuk schrijft over iets, laat het dan weten, verspreid het, en wees blij dat iemand het anoniem en zonder ego aanbood.
Een anoniem stuk schrijven voor een krant bij voorbeeld, is hetzelfde dan er gewoon geen in sturen. De reacties zijn nagenoeg nihil, tenzij er iemand dan nog de ballen heeft om je inhoud een “goed idee” te vinden en zich er laat door “inspireren” (ehem) om het vervolgens toch te brengen onder eigen naam. Want geen inhoud blijft onontgonnen bij de bekende namen. Een wapen om zichzelf en hun cash-cow te blijven beschermen is het leegstelen van kleine stukken info die anonieme mensen aanboden. Want anonieme mensen, daar mag je zonder scrupules van stelen blijkbaar, met de nodige journalistieke trots die gepaard gaat met het negeren van een antwoord op je vraag, en de al even typerende trots van iemand die te lui is om een zin te herformuleren.
Da’s een van de vele nadelen van anoniem schrijven deze dagen; gedichten, ideeën, kortverhalen, en zelfs een plot voor een kortverhaal worden meedogenloos gestolen, zelfs door vaak bekende namen. Gewoon, omdat ze het kunnen vanuit hun beschermd systeem.
Da’s niet alleen frustrerend, da’s vooral ook een teken aan de wand dat men anonieme bronnen absoluut verafschuwd en monddood maakt, door ze te overwoekeren. Dat herwaarderen is nog ver af.
Tegelijk is timestamp’en heel belangrijk. Wanneer je een verhaal uitbrengt (bv: corruptie binnen een organisatie) is het belangrijk om je openbaar gemaakte zaken te voorzien van een datum en uur, en een back-up referentie die gelinkt is in het origineel.
Het nadeel van vaak bestolen te worden door de laagste soort van journalisten en “influencers”, weegt niet op tegen de voordelen van je inhoud online te zien staan, soms maanden of jaren voor de “bekende” namen er mee af komen.
Onderwijs en herwaardering
De kunst van het anoniem zijn zijn we dus ook grotendeels verleerd.
Zowel aan de kant van ontvanger als zender.
Waar de oldschool hackers, crackers, nerds, online gamers en early cyberpunks nog wisten dat hun anonimiteit een badge of honor was, zijn we inmiddels vergleden in een totale hutsepot van trollen, losers, anonieme stalkers en criminele sujets, maar ook de wereld van instagram aandacht en marketing die de producten overwoekert tot het punt waar het er goed moet uitzien, maar niet per sé nog enige kwaliteit moet hebben.
AnonKunst
Je eigen anonimiteit en discretie correct gebruiken is tegenwoordig een kunstvorm geworden die nog maar zelden boven komt drijven, en nog meer zeldzame keren beloond wordt.
Wie kan je ook belonen, wanneer ze anoniem zijn niet? Dat kan je wel, maar men doet het niet meer. Iedereen met naam en liefst met zijn of haar spreekwoordelijke (of soms minde spreekwoordelijke) blote kont, moet gekend zijn.
De afrekening over eender wat je zegt, denkt of doet, moet meteen kunnen gepresenteerd worden door diegenen die niet naar de inhoud kijken maar lopen te zoeken naar de eerste kans om hun eigen vooringenomen domme houding of onwetendheid te versterken. Met de cancel-culture als mooie, natuurlijke zelf-aangebrachte wonde.
Een concreet voorbeeld was de statistieken rond groene stroom die ik in een discussie bovenhaalde. Daarin verwees ik naar een bepaald percentage die toen aan hernieuwbare energie gemiddeld werd gebruikt door de Vlaamse industrie zones.
Vermits ik een 'anoniem" iemand ben, werd deze statistiek in twijfel getrokken, meer nog , de minkukel die me antwoordde vroeg me "of ik wel bewijzen had dat wat ik zei klopte”, had niet eens door dat het rechstreeks van de eigen instanties kwam (waar hij dus zelf voor werkte, in de digitale ontwikkeling dan nog!)
Ik zei dat hij deze cijfers in minder dan één minuut zelf kon verifiëren op de genoemde sites, die ik eerder had aangehaald en dat ik deze met plezier nog eens op ging lijsten moest hij kunnen vertellen of hij echt interesse had in de echte cijfers of gewoon bevestiging zocht van z'n vooroordeel?
Waarna de minkukel uiteraard verder in de ether van de enen en nullen (vooral nullen) verdween, waarschijnlijk trots over z’n gelijk terwijl hij tijdens de werkuren op een bureau van de Vlaamse regering zat te ‘werken’.
De man in kwestie had als taak een digitale strategie voor regiootje Vlaanderen mee te helpen uitstippelen, iets waar hij duidelijk niet capabel voor was, aangezien een cijfer uit hun eigen websites halen, te moeilijk bleek. Maar ach: ik ben maar een anonieme bron hé.
Wel, ook anonieme mensen kunnen u duidelijk maken dat je totaal incapabel bent.
Sommige anonieme bronnen, daar hecht ik nog meer waarde aan dan aan de gekende mensen. Het zijn vaak mensen die niet anders kunnen dan uit de biecht klappen, of informatie geven die niet evident is om te delen. Deze anonieme mensen moeten het vooral van hun inhoud hebben.
Ze zijn een absolute minderheid, die intussen overspoeld wordt tussen het lawaai van de zatte nonkels, yogabroekposers, gold-diggers, gefrustreerde vijftigers, mediageilheid en TV-schapen die om het even wat napraten.
Vergis u niet als anonieme schrijver, of onderzoeker, uw ego wordt niet gesteeld, u zal nauwelijks krediet krijgen, mensen stelen stukken van wat je schrijft. En niet alleen stelen ze, ze zetten er hun naam er nog onder ook, hoe ongetalendeerd en dom ze ook zijn, ze moeten ook af en toe hun nog dommer publiek een bot toegooien teneinde boven water te blijven. De commerciële krant moet ook wat, omdat ze verlegen zaten om zogenaamde “content” die ze moeten uitspuwen in een steeds hoger tempo om reclame en rommel te blijven slijten.
Ze cherry-picken je inhoud of het nu gaat om een geschiedkundig stuk, of de opbouw van een redenering, men steelt, oogst en kruipt over elkaar heen als in een krabbenmand, terwijl u schitterd in anonimiteit van bovenaf.
Da’s op zich natuurlijk een gevolg dan arbitrage tussen de mensen die iets niet weten (HLN-lezers bij voorbeeld) en mensen die een klein publiek hebben (een podcaster met 2000 luisteraars bij voorbeeld). Een luize journalist die snel een onderwerp moet vinden, gaat dan schaamteloos bij diegene met een klein publiek (een blogger bij voorbeeld) iets “lenen” om die market op te vullen voor hun eigen grotere publiek.
In deze operatie gaat uiteraard 90% van de oorspronkelijke boodschap en inhoud verloren, wanneer men vooral op dat ene zinnetje, dat ene feitje af gaat.
Wanneer anoniem zijn terug wordt geherwaardeerd (en dat mag ook op een strenge manier) kunnen we ook terug helden maken van diegenen die wel nog iets durven online plaatsen, uitbrengen of uitspreken.
Kunstenaars, verborgen talenten en mensen met een natuurlijke weerzin tegen de prestatie-push maatschappij, kunnen dan rustig hun kunsten oefenen, aanscherpen en iets riskeren, zonder meteen afgerekend te worden.
In zulke maatschappij waar anonieme bronnen nog worden gerespecteerd, ontdek je mensen, die desnoods met een masker op, je staan te entertainen.
In zulke wereld kan ook een medewerker van een politicus, z’n kritiek uiten, zonder meteen op de brandstapel te belanden of uitgerangeerd te worden binnen eigen kringen. Je kan terug je echte informatie en ideeën delen met de wereld. Je kan uit de digitale middeleeuwen stappen om de PR, oneerlijkheid en “gekende” mensen hun propaganda te ontkrachten of bij te treden desnoods.
Aan onze huidige duidingsmagazines te zien, is het hoog tijd, dat ook de journalisten de anonieme bron terug gaan respecteren, om dat te bereiken moeten de mensen die dit middel gebruiken terug eerst leren op inhoud te gaan spelen, niet op de naam en het opbouwen van een publiek.
Laat dat laatste maar over aan de instagram-aandachtstrekkers, de posers en de fake politici die overal komen bij staan, maar nooit nog iets hoeven doen behalve hun naam zeggen en vaak op TV komen.
We kunnen meer en we kunnen vooral beter.
Zet een masker op, virtueel of echt.
Het is dan ook wachten tot de eerste anonieme stand-up comedian scoort op TV, een anonieme politicus eerste minister wordt en iets goed kan doen voor de mensen, een anonieme journalist nog eens stevige stukken onderzoeksjournalistiek neerzet of een anonieme wetenschapper die research naar het publiek opent in plaats van achter enkele lagen “in-the-know” academische te verschuilen.
Het is ook misschien hoog tijd dat we meer durven anonimiteit opeisen, in een winkel, op het werk of in de vele databanken waar we in terecht komen.
Dat kan alleen als we het onderwijzen, en dan liefst op een slimmere, meer diepgaande manier dan dat we momenteel geschiedenis of aardrijkskunde geven aan onze kinderen.
Om dat waar te maken, is er duf nodig in het onderwijs ook, waarbij er terug aandacht is voor privacy, anonimiteit in al z’n facetten. Van het technische tot het wettelijke, over het deontologische en maatschappelijke en sociale aspect. En waarom niet, laat een anonieme leerkracht, dat eens komen uitleggen, samen met wat minder voor de hand liggende lessen geschiedenis uit andere werelddelen, of een les over technische vaardigheden om jezelf meer anoniem en private te maken online.
Da’s al beter dan Studio 100 rommel na te zingen met de kinderen, en artikels uit HLN na te papegaaien bij gebrek aan enig denkvermogen.
@deadeyes
geraadpleegde bronnen:
https://www.scientificamerican.com/article/ldquo-rogue-rdquo-science-agencies-defy-trump-administration-on-twitter/
https://www.eff.org/deeplinks/2012/01/right-anonymity-matter-privacy
https://theintercept.com/2017/02/20/how-to-run-a-rogue-government-twitter-account-with-an-anonymous-email-address-and-a-burner-phone/
The Fourth Revolution
How the Infosphere is Reshaping Human Reality (book by Luciano Floridi, 2014)
https://www.eff.org/issues/anonymity